Na de diagnose
Na het stellen van de diagnose kunnen er talloze vragen bij u en uw naaste opkomen zoals:
- Hoe kunt u omgaan met de veranderingen waarmee u te maken krijgt?
- Wat komt er op u af?
- Hoe gaat u met uw naaste en de ziekte om?
- Waar kunnen u en uw naaste hulp krijgen?
In het gesprek over de diagnose wordt ook besproken welke zorg en ondersteuning ingezet kan worden nu de diagnose gesteld is. Als eerste zal dan aangeboden worden om u in contact te brengen met een casemanager dementie. Dit is een zorgverlener die uw aanspreekpunt wordt en die op de hoogte is van alle mogelijkheden om ondersteuning in te zetten en die dit voor u kan regelen. Ook wordt u geadviseerd uw omgeving op de hoogte te brengen.
Familie, vrienden en buren
Als mensen om u heen weten dat u lijdt aan dementie, welke verschijnselen er bij uw ziekte kunnen optreden en wat dat voor u betekent, zullen zij u en uw gedrag beter begrijpen en daar beter mee om kunnen gaan. Dit kan onder meer irritaties door onbegrip over en weer voorkomen. Door met anderen over uw ziekte te praten en daarbij ook aan te geven waaraan u behoefte hebt, kunt u een groep mensen om u heen verzamelen die verschillende dingen met en voor u kunnen doen. Hierdoor bereikt u ook dat uw partner of een andere mantelzorger die veel voor u zorgt af en toe tijd voor zichzelf heeft.
Uw werk
Als u werkt, is het raadzaam de diagnose snel te vertellen op uw werk. Collega's hebben vaak in de gaten dat er dingen op het werk niet goed gaan. Het vertellen van de diagnose aan collega's, eventueel samen met uw partner, kan verduidelijking geven. Het is belangrijk wensen en mogelijkheden met de werkgever te bespreken, zoals aangepast werk of vroegpensioen. Zelf voorstellen om minder te gaan werken of ontslag te nemen, is niet verstandig.